Belastingplan 2025: overzicht belangrijkste Salariszaken op een rij
Solide begroten voor welvaart en stabiliteit’, zo heet de sobere miljoenennota die het nieuwe kabinet-Schoof tijdens Prinsjesdag 2024 heeft gepresenteerd. De koopkracht voor de gemiddelde Nederlander wordt naar verwachting licht verbeterd in 2025.
Het kabinet verbetert de koopkracht voor middeninkomens en verschillende kwetsbare groepen met de volgende maatregelen.
Aanpassing IB
De eerste schijf inkomstenbelasting die geldt bij een inkomen tot € 38.441 per jaar wordt verlaagd naar 35,82%. Er komt daarnaast een tweede schijf van 37,48% die geldt bij een inkomen tussen de € 38.441 en € 76.817 per jaar. Werkenden en AOW’ers houden hierdoor netto meer over in 2025.
Het gaat om de volgende maatregelen in de fiscaliteit:
- Tariefwijziging in de loon- en inkomstenbelasting waarbij het gezamenlijke basistarief wordt gesplitst in twee tarieven zodat gericht lastenverlichting kan plaatsvinden voor belastingplichtigen met een middeninkomen.
- Het belastingtarief in de eerste schijf wordt verlaagd naar 8,17% (belasting + premies 35,82%) en het tarief in de tweede schijf wordt verhoogd naar 37,48% in 2025. Het toptarief blijft 49,5%.
- Het aangrijpingspunt voor het toptarief wordt € 76.817. Hierin zit een beleidsmatige verhoging uit het Belastingplan 2019 en een beleidsmatige verlaging uit de Voorjaarsnota 2024, per saldo resteert een beleidsmatige verhoging van € 392.
- Het afbouwpunt van de algemene heffingskorting wordt gekoppeld aan het wettelijk minimumloon (WML) inclusief vakantietoeslag. Het afbouwpunt voor 2025 wordt daarmee € 28.406. Het afbouwpercentage bedraagt 6,337%. Dit bedrag en percentage zijn pas definitief na vaststelling van het WML in november 2024.
- De algemene heffingskorting wordt verlaagd met € 335.
Versobering 30%-regeling vanaf 2027
De versobering van de 30%-regeling wordt vanaf 2027 deels teruggedraaid: 5 jaar lang geldt een aftrekpercentage van 27%. De salarisnorm wordt verhoogd van € 46.107 naar € 50.436. Ook voor werknemers onder de 30 jaar met een masteropleiding wordt de salarisnorm verhoogd.
Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw verlaagd
De inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) die werkgevers betalen daalt van 6,57% in 2024 naar 6,51% in 2025. De verlaagde inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (bijdrage Zvw) gaat in 2025 omlaag van 5,32 procent naar 5,26 procent.
LIV afgeschaft en afbouw LKV
Zoals eerder dit jaar al bekend is geworden zal per 01-01-2025 het lage inkomensvoordeel (LIV) komen te vervallen. De tegemoetkoming over 2024 zal nog wel worden uitgekeerd in 2025. Deze bedraagt maximum 960 euro per werknemer per jaar. De medewerker moet wel minimaal 1248 uur verloond zijn en moet een gemiddeld uurloon tussen 14,33 en 14,91 hebben over 2024. Naast de afschaffing van de LIV zal ook het loonkostenvoordeel (LKV) oudere werknemers stapsgewijs worden afgebouwd. Dit is de subsidie voor werkgevers met oudere werknemers in dienst. Dit LKV wordt vanaf 01-01-2025 verlaagd van maximaal 6000 euro per jaar naar maximaal 2000 euro per jaar. Dit LKV zal per 01-01-2026 worden afgeschaft. Dit geldt alleen voor mensen die op of na 01-01-2024 in dienst zijn gekomen.
Bijtelling elektrische auto’s
Ook in 2025 zal het percentage van de bijtelling elektrische auto’s omhoog. Het tarief bedraagt dan 17%. Het drempelbedrag blijft ongewijzigd, vanaf 30.000 euro ga je het reguliere bijtellingspercentage van 20% betalen.
WKR vermoedelijk ongewijzigd
Op Prinsjesdag wordt meestal wel een verandering van de werkkostenregeling (WKR) voorgesteld, zoals een nieuwe gerichte vrijstelling, of een aanpassing van de hoogte van de vrije ruimte voor het komende jaar. In de stortvloed aan Prinsjesdagstukken van 2024 zijn ontwikkelingen in de WKR echter de grote afwezige.