Werkgevers die een werknemer van 56 jaar of ouder in dienst nemen, kunnen onder voorwaarden aanspraak maken op het loonkostenvoordeel (LKV) voor oudere werknemers. Vanaf 1 januari 2025 wordt deze tegemoetkoming echter fors verlaagd voor werknemers die op of na 1 januari 2024 in dienst zijn getreden.
Waar werkgevers in 2024 nog € 3,05 per verloond uur konden ontvangen (tot een maximum van € 6.000 per jaar), daalt dit bedrag in 2025 naar € 1,35 per uur, met een maximale tegemoetkoming van € 2.600 per jaar. Per 1 januari 2026 wordt het LKV voor oudere werknemers volledig afgeschaft. Dit betekent dat werkgevers vanaf dat moment geen aanspraak meer kunnen maken op deze regeling voor nieuwe werknemers.
Voor dienstverbanden die vóór 1 januari 2024 zijn gestart, blijft het LKV ongewijzigd op € 3,05 per verloond uur. Werkgevers mogen het loonkostenvoordeel maximaal drie jaar aanvragen voor dezelfde werknemer, waardoor 2026 het laatste jaar is waarin deze tegemoetkoming voor bestaande gevallen nog van toepassing kan zijn.
De tegemoetkomingen vanuit de Wet tegemoetkomingen loondomein (WTL) worden altijd achteraf berekend en uitbetaald. Dit betekent dat de Belastingdienst het LKV over 2026 pas in 2027 zal uitkeren.
Met deze afbouw van het LKV hoopt de overheid de regeling geleidelijk te laten uitdoven en zo de focus te verleggen naar andere maatregelen binnen de arbeidsmarkt.