Bij de geboorte van een kind komt er veel op ouders af. Het kabinet wil dat mensen meer de ruimte krijgen om te kiezen hoe ze zorg en werk kunnen combineren.
Ouders die vanaf 2 augustus 2022 gebruikmaken van het ouderschapsverlof van negen weken krijgen dat voor 70 procent vergoed. Dat schrijft minister Karien van Gennip van Sociale Zaken aan de Eerste en Tweede Kamer.
“Dit is een belangrijke stap, omdat ouders in deze periode kunnen wennen aan de nieuwe situatie en samen tijd hebben om bewust keuzes te maken over de verdeling tussen werk en privé, voor nu en later. Door de uitkering te verhogen, maakt het kabinet het makkelijker het ouderschapsverlof op te nemen”, aldus Van Gennip.
Het vorige kabinet kwam eerder al met plannen voor betaald ouderschapsverlof, waarin werd uitgegaan van een vergoeding van 50 procent van het dagloon. De invoering van betaald ouderschapsverlof volgt op de invoering van extra geboorteverlof voor partners. Sinds 1 januari 2019 krijgen partners geen twee, maar vijf werkdagen vrij direct na de geboorte van hun kind.
UWV verstuurt uiterlijk 14 maart 2022 de voorlopige berekeningen 2021 van tegemoetkomingen volgens de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). Werkgevers die hier recht op hebben ontvangen een brief met de specificaties. In deze voorlopige berekening staat voor welke werknemers en voor welke bedragen de werkgever recht heeft op 1 of meer loonkostenvoordelen (LKV’s), op het lage-inkomensvoordeel (LIV) of op het jeugd-lage-inkomensvoordeel (jeugd-LIV). De berekening is gebaseerd op de aangiften loonheffingen en correcties over 2021 die tot en met 31 januari 2022 zijn gedaan.
Controleer de berekening
Klopt de voorlopige berekening niet of missen er nog gegevens? Controleer dan eerst de ingediende aangiften loonheffingen 2021. Als je onjuistheden vindt, heb je nog tot en met 1 mei 2022 de tijd om correctieberichten in te dienen. Correctieberichten na 1 mei 2022 neemt UWV niet mee in de definitieve berekening die je uiterlijk 31 juli ontvangt.
Wanneer de ingediende aangiften wél kloppen en je toch nog vragen hebt, bel dan UWV Telefoon Werkgevers 088-8989295 . Op de voorlopige berekeningen staat bij ‘Ons kenmerk’ een nummer. Houd dit nummer bij de hand als je belt.
Geen voorlopige berekening ontvangen
Het kan zijn dat de werkgever geen voorlopige berekening heeft ontvangen, terwijl hij deze wel had verwacht. Ook dan kun je contact opnemen met UWV Telefoon Werkgevers.
Vanaf 1 maart 2022 komt er voor iedereen met een band met de Nederlandse arbeidsmarkt, jaarlijks een subsidie beschikbaar voor het volgen van scholingsactiviteiten. Deze subsidie komt in plaats van de fiscale aftrek voor scholing, die per 1 januari 2022 is komen te vervallen. Deze subsidie is geregeld in de subsidieregeling STAP-budget. STAP staat voor STimulering ArbeidsmarktPositie.
De hoogte van de subsidie is evenveel als het bedrag dat de scholingsactiviteit kost, en maximaal € 1000 per jaar. Er kan per jaar voor één scholingsactiviteit STAP-budget worden aangevraagd, ook als de kosten lager zijn dan € 1000.
In het gepubliceerde kennisdocument worden de hoofdlijnen van de subsidieregeling STAP-budget op een rij gezet. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft dit document opgesteld, in samenwerking met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, DUO en UWV.
Het Handboek Loonheffingen 2022 is gepubliceerd door de Belastingdienst. De Belastingdienst heeft de informatie uit de Nieuwsbrief Loonheffingen 2022 hierin opgenomen.
De Belastingdienst heeft vier nieuwe onderwerpen toegevoegd in de derde uitgave van de Nieuwsbrief Loonheffingen 2022, waaronder de verduidelijking over de gerichte vrijstelling arbovoorzieningen. Verder zijn enkele onderwerpen aangepast.
In de derde nieuwsbrief Loonheffingen 2022 staan de wijzigingen die van belang zijn voor de loonheffingen per 1 januari 2022 op een rij. Eind 2021 publiceerde de Belastingdienst de eerste versie van de Nieuwsbrief Loonheffingen. Naast de nieuwsbrief is ook de bijlage met daarin de tarieven, bedragen en percentages voor 2022 die de werkgever nodig heeft voor de aangifte loonheffingen te downloaden. In de derde nieuwsbrief zijn de volgende onderwerpen toegevoegd:
Koninklijke Horeca Nederland (KHN) en de vakbonden FNV Horeca en CNV Vakmensen hebben een akkoord bereikt over een nieuwe cao. Deze loopt tot en met 2023.
De belangrijkste resultaten in het kort:
een looptijd van de cao vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2023;
een loonsverhoging van 3,4 procent per 1 april 2022 en 2 procent per 1 januari 2023, voor vakkrachten beneden het eindloon;
een loonsverhoging van 2 procent per 1 april 2022 en 2 procent per 1 januari 2023 voor vakkrachten boven het eindloon (24 maanden in dienst);
lonen van niet-vakkrachten en BBL-leerlingen worden per 1 september 2022 gekoppeld aan functiegroep 1. Daarmee gaan de lonen van jongeren tot 21 jaar 10 tot 20 procent omhoog.
loongebouw met treden met daarin verwerkt een jaarlijkse periodiek van 2 procent bij voldoende functioneren
per 1 januari 2023 een individueel keuzebudget van 150 euro per jaar voor eigen ontwikkeling
betere balans werk en privé door onder andere een betere regeling min- en plusuren en een rooster dat minimaal drie weken van tevoren bekend gemaakt moet worden.
Meer aandacht voor werk en privé balans
Het dienst- en werkrooster moet voortaan ten minste drie weken van te voren bekend zijn. In dit rooster, dat rekening houdt met een gemiddelde vijf-daagsewerkweek, wordt gestreefd naar vaste rustdagen en regelmatig twee aaneengesloten wekelijkse rustdagen. De werknemer heeft voortaan in ieder geval eenmaal in de twee weken recht op ten minste twee aaneengesloten rustdagen. Het bestaande recht om een weekend niet ingeroosterd te zijn, blijft van toepassing. De tijd- voor-tijd als compensatie voor het werken op een feestdag moet voortaan binnen drie maanden zijn gerealiseerd. Als dat niet kan, volgt 50 procenttoeslag. Voorheen was dit zes maanden.
De Belastingdienst heeft de ‘Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen 2022’ gepubliceerd. In dit document lees je meer over de betekenis van de gegevens die je via de loonaangifte doorgeeft aan de Belastingdienst. Daarnaast vind je in de gegevensspecificaties alle eisen waaraan het aangiftebericht moet voldoen en waarop de Belastingdienst en UWV het aangiftebericht controleren.
De specificaties 2022 gelden niet voor losse correcties over ‘oude jaren’ (2016 tot en met 2021) die je in 2022 instuurt. Voor deze correcties blijven de specificaties en ingerichte controles gelden van het desbetreffende jaar.
Op deze pagina kan je de gegevensspecificaties downloaden.
De Belastingdienst heeft vragen beantwoord over de gedifferentieerde premie Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) die per 1 januari 2022 is ingegaan.
Het gaat om vragen die deelnemers hebben gesteld tijdens het OSWO jaarcongres. Het online jaarcongres vond plaats op 11 november 2021 en werd georganiseerd door team Ondersteuning softwareontwikkelaars (OSWO) van de Belastingdienst.
Vraag 1. Een werkgever is groot in t-2 maar de verwachting is dat de werkgever in 2022 klein is. Kun je dan verzoeken om een lage Aof-premie? Nee. De Belastingdienst gaat altijd uit van t-2 voor de vaststelling of een werkgever groot of klein is.
Vraag 2. Een kleine werkgever betaalt loon uit een WSW-dienstbetrekking. Geldt hiervoor de hoge of lage Aof-premie? Voor het WSW-personeel geldt altijd de hoge Aof-premie. Je vult dan de rubrieken voor Aof-hoog. Voor niet-WSW-personeel van een kleine werkgever geldt de lage Aof-premie. Je vult dan de rubrieken voor Aof-laag.
Vraag 3. Kan een werkgever in meerdere sectoren zijn ingedeeld? Ja, een gesplitste aansluiting voor een werkgever kan nog steeds voorkomen. Meer informatie lees je in paragraaf 7.1.1 Sectoraansluiting in het Handboek Loonheffingen.
Vraag 4. Stel, een uitzendbureau heeft één loonheffingennummer en meerdere subnummers, bijvoorbeeld L01 en L02. Voor L01 geldt sector 32 en voor L02 geldt sector 52. L01 is een kleine werkgever voor de premie Aof en L02 is een grote werkgever. Is het mogelijk dat binnen één loonheffingennummer verschillende Aof-premies gelden?
Als voor een werkgever sprake is van een gesplitste aansluiting, heeft hij (ten minste) 2 subnummers. Het nummer dat eindigt op L01 is het ene nummer en het nummer dat eindigt op L02 is het andere. L01 kan dan inderdaad ‘klein’ zijn met een lage Aof-premie en L02 ‘groot’ met een hoge Aof-premie.
Door de coronacrisis werken veel mensen thuis. Veel werknemers en werkgevers willen afspraken maken om ook na de crisis (deels) thuis te blijven werken. Daarom heeft het kabinet per 1 januari 2022 een onbelaste thuiswerkkostenvergoeding van maximaal € 2,- per dag geïntroduceerd. Bijvoorbeeld voor water- en elektriciteitsverbruik, verwarming, koffie/thee en toiletpapier.
Voor het inrichten van een thuiswerkplek mag een werkgever al een onbelaste vergoeding geven. De kosten voor een bureaustoel, een computer of een telefoon, kan de werkgever via andere gerichte vrijstellingen van de werkkostenregeling vergoeden.
De werknemer en werkgever kunnen vaste afspraken maken over het aantal dagen per week waarop de werknemer thuiswerkt. Op basis hiervan kan de werkgever een vaste vergoeding toekennen. Zo hoeft de werkgever niet per werkdag bij te houden welke vergoeding hij toekent. De vaste vergoeding hoeft niet te worden aangepast als incidenteel op een thuiswerkdag toch op kantoor wordt gewerkt, of andersom. Wanneer de werknemer structureel meer gaat thuiswerken of naar kantoor gaat, dan moet de vaste vergoeding worden aangepast.
Sommige werknemers zullen een deel van de dag thuiswerken en het andere deel op kantoor. Dan kiest de werkgever of hij voor die werkdag de onbelaste reiskostenvergoeding geeft, of de onbelaste thuiswerkkostenvergoeding. Beide kan niet.
De loonbelastingtabellen voor 2022 staan op de website van de Belastingdienst. Met een hulpmiddel vind je de tabellen waarmee je bepaalt hoeveel loonbelasting/premie volksverzekeringen er ingehouden moet worden.
Door het invullen van de vragen kan je kiezen voor de volgende tabellen:
groene of witte tabel
tabel voor een herleidingssituatie
tabel voor bijzondere beloningen
Het hulpmiddel voor het vinden van de juiste tabel staat op deze pagina.
Het gebruikelijk loon geldt voor iedereen die een aanmerkelijk belang (5% of meer) heeft in een vennootschap en ook werk doet voor diezelfde onderneming. Zij moeten in de loonaangifte een salaris opnemen dat ‘gebruikelijk’ is voor hun werkzaamheden. Voor 2022 geldt dus salaris van € 48.000 als richtlijn, zo heeft de Belastingdienst laten weten. Dit is € 1.000 meer dan in 2021.
Bepalen gebruikelijk loon
Om te bepalen wat het gebruikelijk loon is, moet de dga volgens de wettelijke regels het hoogste bedrag nemen van deze drie bedragen:
75% van het loon van een werknemer in de ‘meest vergelijkbare dienstbetrekking’ als de dga (dus iemand zonder aanmerkelijk belang);
het loon van de meestverdienende werknemer van de organisatie of van een verbonden vennootschap;
€ 48.000 (bedrag 2022).
Een dga mag wel een lager loon hanteren dan € 48.000. Maar dan moet hij zelf aannemelijk kunnen maken dat dit lagere loon gebruikelijk is voor zijn werkzaamheden. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend bij de Belastingdienst.
Het nieuwe jaar staat voor de deur. Welke gewijzigde wet- en regelgeving treedt per 1 januari 2022 of later in het jaar in werking die relevant is voor de salarisadministratie? Wij hebben het voor je op een rijtje gezet.
Vrije ruimte WKR terug naar 1,7%
De vrije ruimte van de werkkostenregeling is met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 vergroot voor de eerste € 400.000 van de loonsom van 1,7 procent naar 3 procent. Vooralsnog gaat de vrije ruimte per 1 januari 2022 weer terug naar 1,7 procent over de eerste € 400.000 en 1,18 procent over de rest.
Wijziging regels vaste reiskostenvergoeding
Vanaf 1 januari 2022 mogen werkgevers niet meer zomaar een vaste reiskostenvergoeding betalen aan medewerkers. Als een medewerker echter minimaal 36 weken of 128 dagen per jaar naar een vaste werkplek reist, dan mag de vaste reiskostenvergoeding vanaf 1 januari 2022 nog steeds onbelast uitbetaald worden. Is dat niet het geval? Dan moeten reiskosten betaald worden op basis van nacalculatie of declaratie. De werkgever betaalt dan enkel de dagen dat er echt gereisd is.
Thuiswerkvergoeding
Vanaf 1 januari 2022 mag je werknemers die thuiswerken een onbelaste vergoeding geven van maximaal 2 euro per dag. Ook als werknemers een deel van de dag thuiswerken mag je ze 2 euro belastingvrij uitbetalen. Sommige werknemers zullen een deel van de dag thuiswerken en het andere deel op kantoor. Dan bepaal je als werkgever of je voor die werkdag de onbelaste reiskostenvergoeding (19 cent per kilometer) geeft, of de onbelaste thuiswerkkostenvergoeding (2 euro per dag). Hoe pas je de vergoedingen precies toe? Bekijk 3 voorbeelden in een factsheet van het ministerie van Financiën.
Aof-premie voor kleine werkgevers omlaag
Met ingang van 1 januari 2022 geldt de gedifferentieerde premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof). Daardoor hebben kleine werkgevers minder kosten aan de arbeidsongeschiktheid van medewerkers dan grote werkgevers.
30%-toets bij overwerk – hoge WW-premie
Om te voorkomen dat contracten die aan de voorwaarden van de lage premie voldoen, zoals vaste contracten, toch als flexibele arbeid worden ingezet, zijn bepaalde uitzonderingen opgenomen. Bij deze uitzonderingen (herzieningssituaties) draagt de werkgever met terugwerkende kracht alsnog de hoge premie af. Eén van deze situaties is dat een werknemer binnen een kalenderjaar 30 procent of meer uren overwerkt. Deze uitzondering is vanwege de coronacrisis opgeschort, maar treedt vooralsnog in 2022 weer in werking.
Gebruikelijk loon start-ups ook in 2022
Directeur-grootaandeelhouders (dga’s) van een innovatieve start-up mogen een jaar langer de lagere gebruikelijkloonregeling gebruiken. De start-up mag tot 1 januari 2023 de dga’s het wettelijk toegestane minimumloon betalen in plaats van een marktconform salaris.
AOW-leeftijd gaat omhoog
De AOW-leeftijd gaat in 2022 omhoog naar 66 jaar en 7 maanden. De AOW-leeftijd is in 2020 en 2021 66 jaar en 4 maanden. In 2022 stijgt de AOW-leeftijd met 3 maanden en komt in 2024 uit op 67 jaar.
Introductie STAP-budget
Het kabinet stimuleert dat mensen zich gedurende hun loopbaan ontwikkelen. Dit gebeurt onder meer met het STAP-budget. STAP staat voor Stimulering Arbeidsmarktpositie. Werkenden en niet-werkenden kunnen vanaf 1 maart 2022 tot € 1.000 aanvragen voor een scholingsactiviteit.
Bijtelling elektrische leaseauto wijzigt
In 2022 verandert het bijtellingspercentage voor elektrische auto’s. Voor benzine en dieselauto’s verandert er niets. Voor elke auto met meer dan 1 gram CO2 uitstoot blijft het bijtellingspercentage namelijk gewoon 22%. Wat er dan wel precies verandert? Voor elektrische auto’s daalt het bijtellingsvoordeel van 10% in 2021 naar 6% in 2022. Het bijtellingspercentage voor een elektrische auto wordt in 2022 dan 16%. Dit bijtellingspercentage van 16% geldt echter wel maar tot een cataloguswaarde van €35.000 (in 2021 was dit nog tot een cataloguswaarde van €40.000). Is de cataloguswaarde van de elektrische auto hoger dan €35.000? Dan wordt er 16% bijtelling gerekend over de €35.000 en de hogere bijtelling van 22% over het restbedrag.