Op de website van de Rijksoverheid is de septemberversie 2023 van het Kennisdocument Premiedifferentiatie WW gepubliceerd. In dit kennisdocument vind je informatie over de wet- en regelgeving over de premiedifferentiatie WW. Hieronder lees je welke hoofdstukken en vragen zijn aangepast.
vraag 2.5 over wanneer de werkgever de lage WW-premie betaalt
hoofdstuk 3 over de stand van zaken van herziene standpunten
tekstuele wijzigingen in hoofdstuk 4 over de verwerking in loonaangiften en voorbeelden
vraag 4.4 over de verwerking van een werkgeversbetaling en WAZO samen met loon in de loonaangifte
vraag 5.1 over het herzien van de lage premie waardoor de werkgever alsnog de hoge WW-premie is verschuldigd
vraag 5.3 over overwerken tijdens de coronapandemie is verwijderd
Het Kennisdocument Premiedifferentiatie WW vindt u op rijksoverheid.nl.
Quasir is hét expertisecentrum voor klachten, calamiteiten, geschillen en vertrouwenswerk in de sector zorg & welzijn. Quasir bestaat uit meerdere bedrijfsonderdelen die elk hun eigen specialisme hebben. Sinds 1 januari 2022 loopt de volledige salarisadministratie van de bedrijven in de Quasir Groep via Salariszaken. Manager Officemanagement Ernst-Jan Meijer vertelt er meer over.
Ernst-Jan is eind 2020 aan het werk gegaan bij Quasir en kreeg toen onder andere de salarisadministratie onder zijn hoede. “Zo rond die periode was er veel aan de hand in de bedrijfsstructuur”, vertelt hij. “Eerst was er alleen Quasir B.V., waarvan de salarisadministratie al jarenlang bij dezelfde externe salarisverwerker was ondergebracht. Maar daar ervaarden wij toch wat minder flexibiliteit. Toen er begin 2020 een aantal nieuwe bedrijfsonderdelen kwamen, hebben we de salarisadministratie daarvan ondergebracht bij de accountant”.
Vanaf begin 2022 verloopt de salarisadministratie van de volledige Quasir Groep via Salariszaken. “We hebben ervoor gekozen om de salarisadministratie samen te doen. Dat betekent dat we zelf het beheer hebben op de input, en daarna met een druk op de knop alles overdragen aan Salariszaken. Zij kunnen dan vervolgens de inhoudelijke controle uitvoeren, daarvoor hebben wij simpelweg de kennis niet in huis. De flexibiliteit en snelheid van verwerking is helemaal top.
Een fietsplan wordt door veel werkgevers ingevoerd om medewerkers te stimuleren om naar het werk te fietsen. Niet alleen is het gezond maar het is ook een duurzame manier om naar het werk te reizen. Een fietsplan kan ook een onderdeel zijn van een HR vitaliteits- en duurzaamheidsbeleid.
Door de populariteit van de elektrische fiets, is een fiets van de zaak een secundaire voorwaarde die steeds meer door werkgevers wordt gebruikt. Er zijn verschillende mogelijkheden binnen een fietsplan:
1. Leasefiets / fiets van de zaak
2. Cafetariaregeling (werkkostenregeling)
3. Renteloze lening.
In deze whitepaper lichten we bovenstaande mogelijkheden toe.
Vanaf 1 januari 2024 is een werkgever verplicht om werknemers per uur minstens het wettelijk minimumuurloon te betalen. De vaste minimum maand-, week- en daglonen verdwijnen. In het ‘Kennisdocument wettelijk minimumuurloon 2024’ vind je hierover veel gestelde vragen en antwoorden.
De invoering van het wettelijk minimumuurloon betekent in veel gevallen dat werkgevers afspraken in cao’s en arbeidscontracten moeten aanpassen. Ook vraagt het om aanpassing van salarisadministratiesystemen. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een kennisdocument opgesteld om iedereen hiermee op weg te helpen.
Bij een controle van de gegevens voor de werknemersverzekeringen in de aangiften loonheffingen heeft de Belastingdienst verschillen geconstateerd bij een aantal werkgevers. De gegevens in deze aangiften wijken af van de informatie die bij de Belastingdienst bekend is. Deze werkgevers hebben op 23 juni 2023 een brief ontvangen.
De Belastingdienst verzoekt in deze brief de aangiften loonheffingen te corrigeren of om een verklaring te geven voor de vastgestelde verschillen. In de brief lees je om welke periode het gaat.
Wat moet je doen?
Controleer aan de hand van het overzicht bij de brief of je de gegevens voor de werknemersverzekeringen goed hebt ingevuld in de aangiften. Kloppen de aangiften, stuur dan een e-mail met een verklaring voor de vastgestelde verschillen. Heb je een aangifte niet goed ingevuld, corrigeer deze dan zo snel mogelijk. In dat geval hoef je de Belastingdienst niet te mailen.
We staan aan de vooravond van een megaverandering in pensioenland. Deze nieuwe wet zorgt voor de omslag van een collectief stelsel naar een eigen pensioenpotje voor elke werknemer. Na de Tweede Kamer heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met de ‘Wet toekomst pensioenen’.
Op 1 juli 2023 start een overgangsfase van enkele jaren waarin eerst werkgevers en werknemers met elkaar afspraken gaan maken over het aanpassen van hun pensioenregeling. Daarna gaan pensioenuitvoerders deze afspraken uitvoeren.
De vakantieperiode is weer in zicht. Er worden weer volop vakantieplannen gemaakt. Maar op hoeveel uren heb je eigenlijk recht? En wanneer vervallen vakantie-uren? Wij hebben het hieronder voor je op een rij gezet.
Wettelijk recht In Nederland is het wettelijke minimum aantal vakantiedagen 20 dagen per jaar op basis van een fulltime dienstverband. Dit komt neer op 4 keer het aantal uur dat er per week wordt gewerkt. Heeft de werknemer een werkweek van 32 uur per week, dan heeft de werknemer recht op 128 uren vakantie per kalenderjaar.
Als de werknemer ziek is of met bevallings- zwangerschapsverlof gaat, dan worden er over deze periode ook de wettelijke vakantie-uren opgebouwd.
Bovenwettelijke vakantie-uren Veel werkgevers bieden meer vakantie-uren aan dan het wettelijke minimum. Dit worden bovenwettelijke uren genoemd. Deze vakantie-uren zijn dan overeengekomen en/of vastgelegd in arbeidsovereenkomst, cao of bedrijfsregeling.
De werkgever kan schriftelijk overeenkomen dat ziektedagen aftrekbaar zijn van het saldo aan bovenwettelijke vakantiedagen. Ook kan er worden bepaald dat de werknemer geen bovenwettelijke vakantie-uren opbouwt over de periode van arbeidsongeschiktheid.
Geldigheid van vakantie-uren De niet opgenomen wettelijke vakantie-uren vervallen een half jaar na het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd. De verlofuren die in 2022 zijn opgebouwd vervallen op 1 juli 2023. De werkgever en werknemer kunnen zelf ook afspraken maken over een ruimere vervaltermijn.
De bovenwettelijk vakantie-uren hebben een verjaringstermijn van 5 jaar.
Verlof aanvragen De werkgever moet in principe instemmen met de verlofaanvraag die door de werknemer wordt ingediend. Als het verzoek schriftelijk is ingediend en de werkgever niet binnen twee weken na het verzoek reageert, dan wordt er geacht dat het verlof is toegekend.
De werkgever kan alleen bezwaar maken tegen de verlofaanvraag als dit grote problemen oplevert voor het bedrijf. Ook kan de werkgever het afwijzen als er sprake is van collectieve vakantie zoals in de bouw en in het onderwijs.
De werkgever moet binnen twee weken na ontvangst van de verlofaanvraag schriftelijk bezwaar aantekenen. De werkgever moet dan wel een andere verlofperiode toestaan.
Uitbetalen van vakantie-uren Wettelijke vakantiedagen die niet zijn opgenomen mogen niet uitbetaald worden aan de werknemer. Dit is alleen toegestaan aan het einde van het dienstverband. Daarentegen mogen bovenwettelijke vakantie-uren wel afgekocht worden als dit schriftelijk is overeengekomen.
Een fietsplan wordt door veel werkgevers ingevoerd om medewerkers te stimuleren om naar het werk te fietsen. Niet alleen is het gezond maar het is ook een duurzame manier om naar het werk te reizen. Een fietsplan kan ook een onderdeel zijn van een HR vitaliteits- en duurzaamheidsbeleid.
Door de populariteit van de elektrische fiets, is een fiets van de zaak een secundaire voorwaarde die steeds meer door werkgevers wordt gebruikt. Er zijn verschillende mogelijkheden binnen een fietsplan:
1. Leasefiets / fiets van de zaak
2. Cafetariaregeling (werkkostenregeling)
3. Renteloze lening.
In deze whitepaper lichten we bovenstaande mogelijkheden toe.
De inwerkingtreding van het ‘Besluit inkomstenverhouding’ is opnieuw uitgesteld. Dit heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid laten weten in een brief aan de Tweede Kamer. Het besluit zou per 1 januari 2025 in werking treden. De nieuwe datum is nog niet bekend. De reden voor dit uitstel is dat UWV meer tijd nodig heeft om de eigen software aan te passen.
Verder is de Belastingdienst in overleg met vertegenwoordigers van softwareontwikkelaars en salarisadministrateurs. Dit overleg gaat over de verwerking van werkgeversbetalingen van ZW- of WAZO-uitkeringen aan werknemers die nog in dienst zijn. Naar aanleiding van dit overleg wordt het ‘Besluit inkomstenverhouding’ nog aangepast.
Met ingang van 1 januari 2017 is de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) van kracht. In deze wet zijn drie tegemoetkomingen in de loonkosten voor werkgevers geïntroduceerd om
mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen of te houden.
De nieuwste versie van het Kennisdocument Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) staat op de website van de Rijksoverheid. Dit zijn de wijzigingen vanaf 1 januari 2023:
De bedragen en jaartallen van het LIV zijn geactualiseerd.
Er zijn 3 vragen toegevoegd over recente wijzigingen in het LIV.
Hoewel er krapte is op de arbeidsmarkt vallen er in sommige sectoren toch ontslagen. De keuze om medewerkers te ontslaan is vaak moeilijk en waarschijnlijk geen dagelijkse kost.
UWV organiseert een webinar over bedrijfseconomisch ontslag. Dit vindt plaats op vrijdag 17 februari. Tijdens dit webinar hoor je wat er bij een bedrijfseconomisch ontslag komt kijken. UWV legt stap voor stap uit waar je bij ontslag om bedrijfseconomische redenen aan moet denken. Bijvoorbeeld als je een ontslagvergunning aanvraagt.
Daarnaast is er aandacht voor vragen zoals:
Mag de werknemer zich ziek melden tijdens de ontslagprocedure?
Is de werknemer na de beslissing van UWV direct uit dienst?
Wat is ontslag met wederzijds goedvinden?
Aanmelden en terugkijken
Je kunt het webinar bekijken op vrijdag 17 februari van 14.00 uur tot 14.45 uur. Aanmelden is gratis.
De Belastingdienst heeft de tweede uitgave van de Nieuwsbrief Loonheffingen 2023 gepubliceerd. In deze 2e uitgave zijn 6 nieuwe onderwerpen toegevoegd en een aantal onderwerpen aangepast.
Gewijzigde onderwerpen
4.Verlaging van de lage Aof-premie.
De voorgenomen premieverlaging is niet doorgegaan.
5. Tijdelijke verruiming van het lage-inkomensvoordeel (LIV).
De genoemde wijzigingen voor 2023 gaan niet door.
10.1 In de tweede bullet is de ‘datum’ gewijzigd in ‘ingangsdatum’.
10.2 Ter verduidelijking heeft de Belastingdienst vermeld dat voor het overgangsrecht geldt dat een vergoeding op grond van de 30%-regeling over het laatste loontijdvak van 2022 ook daadwerkelijk in dat loontijdvak moet zijn genoten.
11.2 Hernummerd: Herstellen van toegepast anoniementarief.
16.3 Gewijzigde rubriek: Code reden einde arbeidsverhouding.
Bij code 1, 3, 4, 20 en 21 heeft de Belastingdienst toegevoegd dat bij een fictieve dienstbetrekking zoals opting-in voor ‘werkgever’ kunt lezen ‘opdrachtgever’. En dat je voor ‘werknemer’ kan lezen ‘opdrachtnemer’.
Toegevoegde onderwerpen
11.1 Ontbreken van een bsn.
16.6 Wijzigingen in cao-codes.
17 Wijziging fiscale regeling aandelenoptierechten.
18 Beschikking/mededeling ‘Gedifferentieerd Premiepercentage Werkhervattingskas (Whk)’
– ander percentage voor WSW-werknemers in sector 64 en 66
– middelgrote werkgever
– premie mogelijk onjuist bij een ‘no-riskpolis’
19 Melding apart toepassen VCR door eigenrisicodragers ZW en/of WGA met private uitvoerders.
20 Oekraïense werknemers.