Correctiebericht 2021 Wtl uiterlijk 1 mei 2022 indienen

Als de voorlopige berekening Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) 2021 niet juist is door onjuiste gegevens in de loonaangiften, dan kun je tot en met 1 mei 2022 correctieberichten insturen. De correcties die je indient na 1 mei 2022 neemt UWV niet mee in de definitieve berekening van het loonkostenvoordeel (LKV), lage-inkomensvoordeel (LIV) en jeugd-LIV.

De Belastingdienst verstuurt de definitieve berekening van de tegemoetkoming(en) uiterlijk 31 juli 2022 en betaalt de tegemoetkoming(en) binnen 6 weken.

Kloppen de gegevens in de aangiften loonheffingen wel, maar de voorlopige berekening niet? Of heb je geen voorlopige berekening gekregen, terwijl je deze wel verwachtte? Bel dan met UWV Telefoon Werkgevers: 0900 – 9295.

Meer informatie over Wtl vind je in hoofdstuk 28 Loonkostenvoordelen, lage-inkomensvoordeel (LIV) en jeugd-LIV in het Handboek Loonheffingen en op uwv.nl/wtl.

Webinar Wet betaald ouderschapsverlof

UWV houdt op maandag 11 april 2022 opnieuw een webinar over de Wet betaald ouderschapsverlof (Wbo). Tijdens dit webinar informeert UWV u over deze nieuwe wet en de laatste ontwikkelingen, zoals het voorstel met betrekking tot de verhoging van de uitkering naar 70% van het dagloon. Het webinar vindt plaats op maandag 11 april van 14.00 tot 15.00 uur. Deelname is gratis.

Wet betaald ouderschapsverlof
Op 2 augustus 2022 gaat de Wbo in. Ouders hebben tot hun kind 8 jaar oud is, recht op ouderschapsverlof. Dit is een verlof van maximaal 26 keer het aantal uren van hun werkweek. Hiervan kunnen zij 9 weken betaald opnemen. Dit moeten zij binnen 1 jaar na de geboorte van hun kind doen. De werknemer krijgt over de 9 weken van het betaalde verlof 70% van het dagloon betaald. De werkgever vraagt hiervoor een uitkering aan bij UWV.

Aanmelden
Je kunt je aanmelden voor het webinar op deze pagina.

Betere conditie en fiscale voordelen? Neem een fiets van de zaak!

Het rijden op een (elektrische) fiets van de zaak is sinds 2020 fiscaal een stuk aantrekkelijker.

Voor een fiets van de zaak geldt, net als bij een leaseauto, een forfaitaire bijtelling voor privégebruik. Dat betekent dat werkgevers geen administratie meer hoeven bij te houden voor ter beschikking gestelde fietsen. Bij een ter beschikking gestelde fiets, is de fiets het eigendom van de werkgever.

De regeling houdt in dat er jaarlijks 7 procent van de waarde van de adviesprijs van de door jou ter beschikking gestelde fiets bij het belastbaar inkomen van de betreffende werknemer komt. Dit betekent dat de fiets de medewerker hooguit enkele tientallen euro’s per maand kost.

Vergoeden via de werkkostenregeling
Een fiets van de zaak kan belastingvrij worden verstrekt. De waarde van de fiets valt in de vrije ruimte van de werkkostenregeling. In 2021 is dit verhoogt naar 3%.

Tot een bedrag van € 2.400 per werknemer per jaar wordt de vergoeding niet getoetst op gebruikelijkheid. Boven dat bedrag moet dat wel. Dit is van belang als je (duurdere) e-bikes wil vergoeden. Boven de grens van € 2.400 loop je het risico dat de vergoeding niet gebruikelijk is. De werkkostenregeling kan dan niet worden toegepast en zal dit bij de werknemer moeten worden belast als loon in natura.

Cafetariaregeling
Het is nog steeds mogelijk om een cafetariaregeling te gebruiken voor het verstrekken van een fiets. De werknemer ruilt een deel van zijn brutoloon, zoals (de waarde van) overuren of een bonus, in voor de verstrekking van de fiets. De waarde van de fiets moet echter wel worden aangewezen in de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Door de toepassing van de cafetariaregeling bespaart de werkgever de kosten van het brutoloon en de premies werknemersverzekeringen.

Meer weten?
Wil je meer weten over de mogelijkheden? Neem dan gerust contact met ons op via info@salariszaken.nl.

Aanvraag eigenrisicodrager Whk per juli 2022 – dien formulier vóór 1 april in

Werkgevers die per 1 juli 2022 eigenrisicodrager (ERD) willen worden voor de WGA en/of ZW, moeten zorgen dat het aanvraagformulier vóór 1 april 2022 bij de Belastingdienst is. Ook voor werkgevers die het eigenrisicodragerschap (ERD) willen beëindigen voor de WGA en/of ZW, moeten zorgen dat het formulier vóór 1 april door de Belastingdienst is ontvangen. Voor een snelle verwerking van de aanvraag ERD WGA is het belangrijk dat je zowel het aanvraagformulier als de garantieverklaring tegelijkertijd indient.

Eigen risico Ziektewet
Met de aanvraag ERD ZW stuur je de schriftelijke afspraken over de verzuimbegeleiding mee. In plaats van de schriftelijke afspraken kan de werkgever ook het ‘Model Arboverklaring eigenrisicodragerschap Ziektewet (ZW)’ gebruiken.
Een werkgever kan het ERD aanvragen of beëindigen op 1 januari of op 1 juli. Het aanvraagformulier moet uiterlijk 13 weken vóór de ingangsdatum door de Belastingdienst ontvangen zijn.

Startende werkgever
Er geldt een uitzondering voor startende werkgevers. Voor startende werkgevers kan het ERD ingaan op het moment dat zij werkgever worden. Daarvoor geldt de datum van indiensttreding van de eerste werknemer die verzekerd is voor de werknemersverzekeringen. De werkgever meldt zich aan bij de Belastingdienst en stuurt de aanvraag ERD mee.

De formulieren vind je op Belastingdienst.nl:

Aanvraag of beëindiging Eigenrisicodragerschap voor de WGA

Garantieverklaring bij de aanvraag eigenrisicodragerschap voor de WGA

Aanvraag of beëindiging Eigenrisicodragerschap voor de ZW

Model Arboverklaring eigenrisicodragerschap Ziektewet (ZW)

Je stuurt de formulieren op naar:
Belastingdienst/Limburg/ERD
Postbus 4486
6401CZ Heerlen

Meer informatie:

Paragraaf 7.7 Eigenrisicodragerschap werknemersverzekeringen in Handboek Loonheffingen

Ik ben of word eigenrisicodrager op UWV.nl

Bron: Forum Salaris

Nieuwe versie ‘Kennisdocument inkomstenverhouding’ gepubliceerd

De geactualiseerde versie ‘Kennisdocument inkomstenverhouding’ is gepubliceerd op Rijksoverheid.nl. In deze nieuwe versie is een overzicht opgenomen met de wijzigingen.

In de loonaangifte lever je de gegevens van de werknemer per inkomstenverhouding (IKV) aan. Vanaf 1 januari 2024 is in het ‘Besluit inkomstenverhouding’ geregeld wat een IKV is en wanneer deze begint en eindigt. Dit betekent dat je een werknemer in meer situaties in een nieuwe inkomstenverhouding of in afzonderlijke inkomstenverhoudingen in de aangifte moet opnemen.

In de nieuwe versie Kennisdocument inkomstenverhouding vind je actuele informatie over wat er straks verandert en wat dat betekent voor de HR- en salarisadministratie.

Uitkering ouderschapsverlof verhoogd tot 70 procent

Bij de geboorte van een kind komt er veel op ouders af. Het kabinet wil dat mensen meer de ruimte krijgen om te kiezen hoe ze zorg en werk kunnen combineren.

Ouders die vanaf 2 augustus 2022 gebruikmaken van het ouderschapsverlof van negen weken krijgen dat voor 70 procent vergoed. Dat schrijft minister Karien van Gennip van Sociale Zaken aan de Eerste en Tweede Kamer.

“Dit is een belangrijke stap, omdat ouders in deze periode kunnen wennen aan de nieuwe situatie en samen tijd hebben om bewust keuzes te maken over de verdeling tussen werk en privé, voor nu en later. Door de uitkering te verhogen, maakt het kabinet het makkelijker het ouderschapsverlof op te nemen”, aldus Van Gennip.

Het vorige kabinet kwam eerder al met plannen voor betaald ouderschapsverlof, waarin werd uitgegaan van een vergoeding van 50 procent van het dagloon. De invoering van betaald ouderschapsverlof volgt op de invoering van extra geboorteverlof voor partners. Sinds 1 januari 2019 krijgen partners geen twee, maar vijf werkdagen vrij direct na de geboorte van hun kind.

Voorlopige berekeningen Wtl 2021 uiterlijk 14 maart verzonden

UWV verstuurt uiterlijk 14 maart 2022 de voorlopige berekeningen 2021 van tegemoetkomingen volgens de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). Werkgevers die hier recht op hebben ontvangen een brief met de specificaties. In deze voorlopige berekening staat voor welke werknemers en voor welke bedragen de werkgever recht heeft op 1 of meer loonkostenvoordelen (LKV’s), op het lage-inkomensvoordeel (LIV) of op het jeugd-lage-inkomensvoordeel (jeugd-LIV). De berekening is gebaseerd op de aangiften loonheffingen en correcties over 2021 die tot en met 31 januari 2022 zijn gedaan.

Controleer de berekening
Klopt de voorlopige berekening niet of missen er nog gegevens? Controleer dan eerst de ingediende aangiften loonheffingen 2021. Als je onjuistheden vindt, heb je nog tot en met 1 mei 2022 de tijd om correctieberichten in te dienen. Correctieberichten na 1 mei 2022 neemt UWV niet mee in de definitieve berekening die je uiterlijk 31 juli ontvangt.

Wanneer de ingediende aangiften wél kloppen en  je toch nog vragen hebt, bel dan UWV Telefoon Werkgevers 088-8989295 . Op de voorlopige berekeningen staat bij ‘Ons kenmerk’ een nummer. Houd dit nummer bij de hand als je belt.

Geen voorlopige berekening ontvangen
Het kan zijn dat de werkgever geen voorlopige berekening heeft ontvangen, terwijl hij deze wel had verwacht. Ook dan kun je contact opnemen met UWV Telefoon Werkgevers.

 

Kennisdocument Subsidieregeling STAP-budget gepubliceerd

Vanaf 1 maart 2022 komt er voor iedereen met een band met de Nederlandse arbeidsmarkt, jaarlijks een subsidie beschikbaar voor het volgen van scholingsactiviteiten. Deze subsidie komt in plaats van de fiscale aftrek voor scholing, die per 1 januari 2022 is komen te vervallen. Deze subsidie is geregeld in de subsidieregeling STAP-budget. STAP staat voor STimulering ArbeidsmarktPositie.

De hoogte van de subsidie is evenveel als het  bedrag dat de scholingsactiviteit kost, en maximaal € 1000 per jaar. Er kan per jaar voor één scholingsactiviteit STAP-budget worden aangevraagd, ook als de kosten lager zijn dan € 1000.

In het gepubliceerde kennisdocument worden de hoofdlijnen van de subsidieregeling STAP-budget op een rij gezet. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft dit document opgesteld, in samenwerking met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, DUO en UWV.

Download hier het document.

Derde uitgave Nieuwsbrief Loonheffingen 2022 gepubliceerd

De Belastingdienst heeft vier nieuwe onderwerpen toegevoegd in de derde uitgave van de Nieuwsbrief Loonheffingen 2022, waaronder de verduidelijking over de gerichte vrijstelling arbovoorzieningen. Verder zijn enkele onderwerpen aangepast.

In de derde nieuwsbrief Loonheffingen 2022 staan de wijzigingen die van belang zijn voor de loonheffingen per 1 januari 2022 op een rij. Eind 2021 publiceerde de Belastingdienst de eerste versie van de Nieuwsbrief Loonheffingen. Naast de nieuwsbrief is ook de bijlage met daarin de tarieven, bedragen en percentages voor 2022 die de werkgever nodig heeft voor de aangifte loonheffingen te downloaden. In de derde nieuwsbrief zijn de volgende onderwerpen toegevoegd:

  • Coronacrisis: maatregelen voor de loonheffingen;
  • Verduidelijking gerichte vrijstelling arbovoorzieningen;
  • Reikwijdte arresten terugwerkende kracht sectorindeling;
  • Wet langdurige zorg blijft onder HSO vallen.

De informatie komt straks ook in het Handboek Loonheffingen 2022 te staan. Deze wordt binnenkort verwacht.

Akkoord bereikt over horeca-cao: de belangrijkste wijzigingen op een rij

Koninklijke Horeca Nederland (KHN) en de vakbonden FNV Horeca en CNV Vakmensen hebben een akkoord bereikt over een nieuwe cao. Deze loopt tot en met 2023.

De belangrijkste resultaten in het kort:

  • een looptijd van de cao vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2023;
  • een loonsverhoging van 3,4 procent per 1 april 2022 en 2 procent per 1 januari 2023, voor vakkrachten beneden het eindloon;
  • een loonsverhoging van 2 procent per 1 april 2022 en 2 procent per 1 januari 2023 voor vakkrachten boven het eindloon (24 maanden in dienst);
  • lonen van niet-vakkrachten en BBL-leerlingen worden per 1 september 2022 gekoppeld aan functiegroep 1. Daarmee gaan de lonen van jongeren tot 21 jaar 10 tot 20 procent omhoog.
  • loongebouw met treden met daarin verwerkt een jaarlijkse periodiek van 2 procent bij voldoende functioneren
  • per 1 januari 2023 een individueel keuzebudget van 150 euro per jaar voor eigen ontwikkeling
  • betere balans werk en privé door onder andere een betere regeling min- en plusuren en een rooster dat minimaal drie weken van tevoren bekend gemaakt moet worden.

Meer aandacht voor werk en privé balans
Het dienst- en werkrooster moet voortaan ten minste drie weken van te voren bekend zijn. In dit rooster, dat rekening houdt met een gemiddelde vijf-daagsewerkweek, wordt gestreefd naar vaste rustdagen en regelmatig twee aaneengesloten wekelijkse rustdagen. De werknemer heeft voortaan in ieder geval eenmaal in de twee weken recht op ten minste twee aaneengesloten rustdagen. Het bestaande recht om een weekend niet ingeroosterd te zijn, blijft van toepassing. De tijd- voor-tijd als compensatie voor het werken op een feestdag moet voortaan binnen drie maanden zijn gerealiseerd. Als dat niet kan, volgt 50 procenttoeslag. Voorheen was dit zes maanden.

Bron: FNV Horeca

Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen 2022 gepubliceerd

De Belastingdienst heeft de ‘Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen 2022’ gepubliceerd. In dit document lees je meer over de betekenis van de gegevens die je via de loonaangifte doorgeeft aan de Belastingdienst. Daarnaast vind je in de gegevensspecificaties alle eisen waaraan het aangiftebericht moet voldoen en waarop de Belastingdienst en UWV het aangiftebericht controleren.

De specificaties 2022 gelden niet voor losse correcties over ‘oude jaren’ (2016 tot en met 2021) die je in 2022 instuurt. Voor deze correcties blijven de specificaties en ingerichte controles gelden van het desbetreffende jaar.

Op deze pagina kan je de gegevensspecificaties downloaden.